Advaya

Over de uitnodiging in satsang, en de
‘heilige volgorde’

De uitnodiging in satsang is nooit gewijzigd.

Deze uitnodiging zou je als volgt kunnen samenvatten.

Herkenning van je ware natuur is mogelijk

zodra je bereid bent in ieder verhaal dat opkomt

een gat te laten vallen, een onderbreking,

nu.

Weliswaar is deze onderbreking slechts de ingang,

maar vanuit deze onderbreking kun je zien

dat zien zelf in feite groots is:

het toont dat jijzelf het kennende, ziende beginsel bent,

dat ononderbroken, vanuit zichzelf, licht schenkt aan wat dan ook.

Zonder dit vanuit-jezelf-lichtschenkende zou je niets

kunnen kennen of beleven.

Vanuit de genoemde onderbreking kun je ook zien

dat deze ongescheiden is van de dingen die erin opkomen –

dat in werkelijkheid alles inclusief is.

Er is zowel denken als niet-denken.

Niet-denken (de onderbreking) is zelf nog geen twee,

en toch is het direct een van de twee.

Niet-denken is niet ‘beter’ dan denken, maar er blijkt

een soort innerlijke hiërarchie of volgorde te zijn:

denken komt op in niet-denken, en niet andersom.

Dat wat slechts een ‘gat’ lijkt, een onderbreking, niet-denken,

is in feite alomvattend, groots.

Het omvat alle denken en voelen, alle waarneming.

Hoe belangrijk bepaalde dingen in je leven ook zijn,

steeds opnieuw kan gezien worden

dat de leegte waarin de dingen opkomen

voorafgaat aan die dingen.

‘Voorafgaan’ en ‘volgorde’ zijn geen termen van tijd,

maar duiden op een waarachtige hiërarchie, een volgorde

van belangrijkheid.

‘Belangrijkheid’ in de zin van al dan niet werkelijk.

Het gaat immers om het herkennen van je ware natuur –

dat kan niet iets anders zijn dan wat werkelijk is.

Je kunt jezelf in de huidige beleving vragen:

‘Wat maakt dat ik dit als zo echt beleef, zo werkelijk?

en je zult zien dat het echte geschonken wordt door

iets dat niet denken is, niet vorm, niet ergens, niet iets.

Jij bent voorafgaand aan vorm, én inclusief vorm.

Je zou kunnen zeggen dat de genoemde volgorde dienend is

om non-dualiteit (advaya) oftewel werkelijkheid,

op te merken en te waarderen.

Deze volgorde kan zelfs ‘heilige volgorde’ worden genoemd.

‘Heilig’ omdat het werkelijk waarderen en eren

van dat wat waardering toekomt

(de onderbreking, het werkelijkheids-schenkende)

nog aangemoedigd lijkt te moeten worden.

Vandaar de uitnodiging: eerst de onderbreking.

Of liever: eerst de bereidheid

tot onderbreking.

Door de onderbreking te gaan waarderen, de leegte,

ga je meer en meer zien dat jijzelf onveranderd blijft.

Dat is vrijheid.

Dat is je ware natuur. Onveranderlijk.

Tijdens de onderbreking ben je ongewijzigd dezelfde als

te midden van de objecten en je eigen verhalen.

De onderbreking is de ingang,

en het vervolg is het leven zelf, vol van vorm.

Binnenin de vorm, ‘voorafgaand’ eraan,

is Dat wat het leven en de vorm ‘heilig’ maakt,

want zo werkelijk.